“De Confrontatie”
Er zit iets in mij, diep, stil,
een fluistering die zegt dat ik wegloop
voor hetzelfde
waar zoveel mensen voor weglopen.
Maar er is een moment,
een punt in tijd,
waar ik de eerste wil zijn
die stopt met rennen.
Die omdraait.
Die het aankijkt.
Die zegt:
“Oké… kom dan.”
Het klinkt als wirwar, ik weet het,
mijn woorden dansen nog om het midden heen,
want ik kan pas spreken
als ik zelf die stap heb gezet.
Als mijn voeten het verhaal bevestigen
dat mijn mond nog niet durft te vertellen.
Ik vind het spannend.
Lichamelijk. Emotioneel.
Alsof ik al trilt voordat ik beweeg.
Dus schrijf ik.
Elke dag.
Schrijf ik om te voelen,
om ruimte te maken in een lichaam
dat niet weet wat het moet verwachten.
Schrijf ik om mezelf te temmen,
om mijn moed te laten groeien
van fluister
naar stem
naar schreeuw
naar stilte die eindelijk klopt.
Ik bereid me voor
op iets
waarvoor je je eigenlijk niet kan voorbereiden.
Maar toch…
ik ben er.
Pen in hand.
Adem trillend.
Hart hard.
En binnenkort,
ja, binnenkort,
ga ik het niet alleen schrijven.
Maar doen.
Aangaan.
Aankijken.
Eindelijk blijven staan
waar ik altijd weg ben gerend.
Reactie plaatsen
Reacties